In zijn winkel in Amsterdam ontmoette hij een Ghanese zakenman die tweedehandse televisies en computers verkocht en goederen verscheepte van Nederland naar Ghana. Deze man was Charlie ‘Booyaka’ Agyecoum, een rapper die zich vooral bezig hield met het onderwerp ‘Wapens voor massale ontwikkeling’. Na verschillende enigszins ongelukkige zakelijke transacties stond hij snel bekend als de ‘Master of Disaster’.
“BOOYAKA”, kort en krachtig uitgesproken, betekent tegelijkertijd helemaal niets en veel dingen. Het staat voor de obscure avonturen in Afrikaanse nachtclubs, Rasta’s die stukken land bewaken met machinegeweren en de excursies die Mandy in Ghana maakte met Charlie Agyecoum.
Elsas vroeg ‘Booyaka’ Charlie om hem naar de schilders die de filmposters maakten te brengen. In versleten oude taxi’s met nauwelijks nog een bodem, de reggae van Alpha Blondy keihard aan, kingsize joints rokend en glimlachend van oor tot oor, werd Mandy naar onbekende plaatsen gebracht. Al snel was hij volledig gedesoriënteerd. En hij genoot er iedere seconde van.
“Yes mon! Booyaka stylee! Trust yourself!”
Het is opvallend dat namen als Bollywood (Indiase cinema), Nollywood (Nigeriaanse cinema) en Kollywood (Tamil Cinema, staat voor Kodambakkum), worden geaccepteerd en bekritiseerd. Ze willen niet geassocieerd worden met Hollywood, omdat Amerika steeds minder populair wordt. Hollywood, Bollywood, Nollywood, Kollywood – Elsas stelt voor om een nieuwe naam aan het rijtje toe te voegen: Bloodywood, wat staat voor de Ghanees/Nigeriaanse cinema.
Een deel van de in de loop der jaren opgebouwde collectie bestaat uit posters van Bollywoodfilms, gemaakt door Ghanese schilders. Net als bij de Afrikaanse films werden de films door de verschillende schilders, spelend met hun fantasie anders geïnterpreteerd. Dit kon een leiden tot wel acht verschillende posters voor één film. De posters verloren na het vertonen van de hoofdfilm meestal hun waarde. De gescheurde meelzakken die als canvas dienden voor de posters, werden daarna vaak gebruikt als slaapzak of als vliegengordijn.
Elsas heeft een aanzienlijke collectie opgebouwd en door een artikel in het Nederlandse blad Het Parool kwam hij in contact met het Affichemuuseum in Hoorn. Hij exposeerde een deel van zijn verzameling in dit museum (november 2005), vergezeld van een mooie catalogus met een aantal prachtige afbeeldingen. Een meningsverschil over een afgehakt hoofd op één van de posters –“It’s a no-brainer!”- leidde tot artikelen in Het Parool en de Volkskrant. De poster werd niet verwijderd van de tentoonstelling. Het avontuur is nog niet ten einde – het is net begonnen. Wie weet waar dit avontuur Mandy Elsas naar toe zou kunnen leiden …